9Carl Anton Heeft de Firma Hoyng opgericht 9.1Benhard Johan Carolus Heeft deze zaken voortgezet In 1898 werd door Egbert Estie en Adriaan Jonker Krijnszoon een start gemaakt met de Plateelbakkerij Zuid Holland. De vennootschap is ontbonden in 1903 Estie maakte een nieuwe Vennootschap de NV Plateelbakkerij Zuid Holland met 3 andere gegadigden. Een ervan was Bernard J.C. Hoyng ( hij betrok allang servies etc. v.d. Plateelbakkerij) Hij stapte erin met f 10.000,- en werd commissaris. De zaken gingen heel goed. Maar Estie stapte op daar hij privé enorme schulden maakte bij de fabriek. 9.7Rudolf W.C. , directeur van C. Hoyng NV, welke gevestigd was aan de Verloren Kost 7 te Gouda. In 1906 was Estie helemaal weg. 9.12Willem A. in 1908 directeur v.d. fabriek en was feitelijk alles in Hoyng-handen en hij bleef directeur tot aan zijn dood in 1954
Van 1917 – 1930 is er heel veel geld geïnvesteerd in grote ovens, uitbreiding van de fabriek, stoom werd vervangen door elektriciteit, en er kwam centrale verwarming, en het laboratorium deed veel ontwikkelingswerk. De economische crisis van 1929 – 1935 dood geen goed, en de zaak zakte in in 1920 waren alle aandelen v.d. bakkerij eigendom van C. Hoyng N.V. Van 1935 tot de 2e wereldoorlog was er een opgaande lijn. De bakkerij en de Hoyng zaken waren financieel volledig verstrengeld en werd er met geld intern geschoven. In 1944 werd alle energie stilgelegd door de Duitsers en het personeel ging op wachtgeld dwz. Het loon werd volledig doorbetaald! In 1942 werd de reeds bestelde elektrische tunneloven geleverd. In 1944 werd de fabriek gesloten. Na de bevrijding duurde het nog jaren om de productie weer op gang te krijgen. Hij draaide helemaal op voorschrift en regels van de overheid. In de jaren 50 was er een enorme vraag toch ging het niet goed. En dat kwam door 2 factoren 1) een zeer verouderd management in de fabriek, er was vernieuwing doorgevoerd bij de concurrent en 2) het moederbedrijf C. Hoyng NV was in de problemen geraakt door oninbare vorderingen in 1940 en aandelen werden geannuleerd of voor 60% door afstempeling in waarde verminderd. Desondanks werd er met geleend geld aanzienlijk geïnvesteerd Nieuwe filialen tot totaal 16 zaken tussen 1946 en ’48 Een grote misrekening want binnen de 4 jaar verdwenen alle 9 nieuwe filialen weer. Einde jaren ’50 liepen de zaken slecht, en bleef de fabriek achter bij de smaak van het publiek. En zo trokken ze elkaar naar beneden. Willy Hoyng overleed plotseling, zoon Wouter kon het niet en J. Kint kocht alle aandelen, maar hij en zijn zoons hadden geen verstand van aardewerk. Op 17 febr. 1965 werd het faillissement uitgesproken.